Deze soort wordt om de knol geteeld,
die zowel rauw als gekookt gegeten wordt. Het blad is als soepgroente
zeer aromatisch. Begin april zaad voorkiemen en zaaien, waarna vanaf
half mei de knolselderij wordt uitgeplant op 50 x 50 cm. Vooral niet
te diep planten, de plantjes moeten los staan! De grond moet goed voorzien
zijn van compost, zodat de grond vochthoudend blijft en
de knol zich zonder stoornissen kan ontwikkelen. Het loof niet afsnijden.
Selderiezaad is zeer fijn. Zaad
mengen met vochtig fijn zand. In een dun laagje uitstrooien in een zaaikistje.
Afdekken met glas of doorzichtig plastic (lichtkiemer). Na kieming glas/plastic
verwijderen. Voldoende vochtig houden. |